Wat is de betekenis van predicaat?

2024-04-24
Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

predicaat

UIT: Harrods verbrandde koninklijk wapen (Nos.nl, 22 augustus 2010) CONTEXT: Harrods mocht als hofleverancier de wapens voeren van de Britse koningin Elizabeth en van haar man, zoon en moeder. Sinds de koningin-moeder Elizabeth in 1938 het PREDICAAT toekende, prijkten de koninklijke wapens op de gevel van het gebouw aan Brompton Road. : benaming,...

2024-04-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Predicaat

zie predikaat

2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Predicaat

o., titel; het gezegde in een zin.

2024-04-24
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

predicaat

1 o. datgene, wat van een zaak gezegd wordt, eigenschap van een onderwerp; eer- of ambtsnaam, adellijke titel (vóór de naam); 2 gram. gezegde, in het bijz.: naamw. deel v. h. gezegde.

2024-04-24
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

predicaat

o. datgene wat er van iets gezegd wordt.

2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

predicaat

predicaat - o., titel, eeretitel ; wat van een zaak gezegd wordt; het gezegde in een zin.

2024-04-24
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-24
De kleine Zuiveraar - vreemde woorden woordenboek

G.F. Callenbach (1908)

Predicaat

(eere)titel, ambtsnaam.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Predicaat

o. Lat., eigenschap, die men aan iets of iemand toekent; eerenaam; titel.

Gerelateerde zoekopdrachten