Potje
Potje - sportslang voor ‘wedstrijd’. Sinds het begin van de jaren tachtig. → oefenpotje. ‘Na mijn lange blessureperiode kijk ik toch met tevredenheid terug op dit toernooi,’ concludeerde Jagerman. ‘Dit mag dan een wat minder potje zijn geweest, ik voel toch dat het de goede kant uit gaat.’ Het Parool, 01-06-91 ‘Straks speel ik al mijn vierde potje...