Wat is de betekenis van Poteten?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

poteten

1) (1906) (Barg.) beloning (voor verraad of verklikken). • (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • (J.G.M. Moormann: De geheimtalen. 1934) • (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • „Wat mot je ook met zoo’n jenner as de Manke!" zei Louw. „Misschien had-tie wel vijf en twintig gulden gekregen voor z&rsq...

2024-04-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Poteten

lastig (misselijk, raar), kieskeurig persoon; rare snuiter. In de Middeleeuwen noemde men gekookte spijs (in het bijzonder hutsepot) poteten. Overdrachtelijk is men het ook gaan gebruiken voor een mens. In het Bargoens komt poteten voor in de zin van ‘beloning’ (zie Henke). Synoniemen zijn o.a.: raar gebakje-, rare pisang; rare snijboo...

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Poteten

o., g. mv., 1. (gew.) gekookte spijs ; 2. een raar pote'ten, een rare snuiter.

2024-04-25
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

poteten

beloning. De versliegeraar kreeg ƒ 25,voor een poteten.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

poteten

('pot) o. potnat, kerel: ’t is een raar -!