Wat is de betekenis van Potestaat?

2024-12-08
Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Potestaat

Voor het eerst genoemd in het valse Karelsprivilege (Karel de Grote): ieder jaar moest naar Romeins voorbeeld een potestas gekozen worden door rechters die door de Friezen zelf gekozen waren. Deze had het recht om ridderschap te verlenen. Voor zover bekend werd een dergelijke functionaris slechts één keer verkozen: Juw Dekama in 1493....

2024-12-08
Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Potestaat

Potestaat [Lat. potestas, macht], machthebber, volgens traditionele opvatting een gekozen vorst of aanvoerder. De potestaat werd het eerst in 1470 genoemd tijdens onderhandelingen tussen → Karel de Stoute en de Friezen, maar dan in de functie van vertegenwoordiger van de landsheer, dus niet als gekozen machthebber. → Albrecht III van Saksen droeg i...

2024-12-08
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Potestaat

Fries machthebber (vero.)

2024-12-08
Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Potestaat

[<Lat. potestas, macht], machthebber. Naar de traditionele opvatting een gekozen aanvoerder of vorst. Friesland zou van 809-1494 dertien potestaten geteld hebben. waarvan de eerste tot en met de zevende echter op fantasie berusten. De potestaat wordt het eerst genoemd tijdens de onderhandelingen te Enkhuizen tussen de Friezen en de Bourgondische...

2024-12-08
Encyclopedie van Friesland

Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)

POTESTAAT

Titel voor het hoofd van sommige Italiaanse steden (podestà), misschien door de kruistochten van 1228 bij de Friezen bekend. Volgens het (valse) Karelsprivilege werd de P. gekozen door de ‘consuls'; hij mocht ridders slaan. De aprocriefe geschiedschrijving noemt de P. al in de Noormannentijd.De enigen, als P. tot hoofd van Frl. tu...

2024-12-08
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Potestaat

titel van voormalig landvoogd in Friesland

2024-12-08
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Potestaat

s., potestaet.

2024-12-08
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Potestaat

(<Lat.), m. (...staten), (gesch.) zelfgekozen aanvoerder der Friezen.

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-12-08
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

potestaat

m. (Lat. potestas v.), kracht, macht, vermogen; titel van een voormalig regent van Friesland.