Wat is de betekenis van Pot?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

pot

1) (18e eeuw) (inf.) lesbische vrouw. Oorspronkelijk een Barg. term (een verkorting van lollepot), later meer en meer als geuzenterm voor militante feministen. Lollen was met gespreide benen het onderlijf warmen onder de rok boven een vuurpot. Heestermans (1980) citeert J.C. Weyerman (De voornaamste gevallen van den wonderlyken Don Quichot. 1746)....

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

pot

pot - zelfstandig naamwoord 1. vat van aardewerk of glas ♢ hebben we nog een pot appelmoes? 1. eten wat de pot schaft [wat op tafel komt] 2. hij kan een potje bij me breken...

2024-04-20
Jargon & Slang van Voetballers

Marc De Coster (2017)

Pot

Pot - doel. Ook Vlaams voor doelpunt. 'Alles voor de pot': zie alles. 'Voor de pot blijven hangen': voor het doel, bijv. na een aanval.

2024-04-20
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

pot

(NL) pan Een vuur van aangespoeld wrakhout op de rotsen. Een pot met kokend zeewater. Kreeft erin. Klaar. (De Standaard) Nederlanders denken bij 'pot' eerder aan aardewerk (bloempot, suikerpot) dan aan metalen keukengerei. Vlaamse kookpotten worden in Nederland ook pannen genoemd. Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangb...

2024-04-20
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

pot

rond de pot draaien (de hete brij); tussen pot en pint: Dat hebben we tussen pot en pint besproken (informeel).

2024-04-20
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

pot

→ potbunker

2024-04-20
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Pot

lesbische vrouw. Verkorting van de Bargoense term lollepot, oorspronkelijk ‘vuurpot’ en met gedachte aan lollen: ‘bij de haard of boven een stoof zich warmen’ (Kiliaen). Bij de lollepot zitten: oudewijvenpraatjes houden (De Beer & Laurillard). Sinds de jaren zeventig wordt pot ook gebruikt als geuzennaam voor militan...

2024-04-20
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

pot

Gevangenis; arrestkamer. Voornamelijk soldatentaal. Aan dit eufemisme ligt dezelfde metafoor ten grondslag als bij doos* en kast*. Hou maar gauw je smoel, anders douw ’k je de pot nog in. Het Volk, 27-03-15 Ik dank het aan hém, dat ik niet in de pot zit! Piet Bakker: Deining in Zwinteren.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

pot

- het potje gedekt houden, ergens niet meer over praten, erover zwijgen. We wilden daar afspreken, hoe we daar mee moesten omgaan. Want het gonsde van geruchten. De enen wilden open kaart spelen, de anderen het potje gedekt houden. - HN, 27-02-2003. - rond de pot draaien, om de zaak heen praten, de kern van de zaak ontwijken. &lsquo...