Wat is de betekenis van Poll?

2024-04-25
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

poll

(zelfstandig naamwoord) [alg.] peiling, opiniepeiling, enquête, bevraging - Elke vlotte webstek heeft wel een peiling die meestal een doel op zichzelf is. [politiek] lijstverkiezing, kandidatenstemming, kieslijststemming - De fractieleden mogen in de kieslijststemming dan wel zelf kiezen, maar als ze tegen de zin van de leiding kiezen, l...

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

poll

(de, -s) <bnl.> stemming binnen een politieke partij waarbij de kandidatenlijst voor een verkiezing wordt vastgesteld. Ook elders in de partij lijkt er weinig tegenstand tegen de kandidaatstelling van Vanoost. ‘Er is een poll geweest. We moeten de geest daarvan respecteren’, meent partijleider Jos Geysels. Vrij vertaald: de nieuwe...

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Poll

[Eng.] 1 opiniepeiling, enquête naar de mening over een bepaald onderwerp; 2 (in België) stemming waarbij de kandidatenlijst voor een verkiezing wordt samengesteld.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Poll

opinieonderzoek; stemming waarbij de kandidatenlijst wordt vastgesteld (B)

2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

poll

M. betr. t. de verkiezingen: stemming binnen een politieke partij waarbij de rangorde van de kandidatenlijst voor een verkiezing wordt vastgesteld. De tegenstrevers bekloegen een partij, die zo’n man aan het hoofd had en voorspelden haar spoedige, constateerden zelfs reeds haar voltrokken ondergang. Maar ‘de zak’ overleefde hardne...

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Poll

stemming in Eng. voor candidatenlijst voor de verkiezing

2024-04-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

poll

I. kop, hoofd; hoornloos rund; stembus, stembureau; stemming; aantal (uitgebrachte) stemmen; poll of public opinion, public opinion poll, opinieonderzoek; be returned at the head of the poll, de meeste stemmen krijgen; II. toppen, knotten; (de haren) knippen; (stemmen) verwerven; III. stemmen (op for). IV. lorretje [papegaai].

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Poll

(Eng.), v., (Zuidn.) stemming waarbij de kandidatenlijst voor een verkiezing wordt vastgesteld.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Poll

Pollio.