Wat is de betekenis van poliep?

Het begrip poliep heeft 2 verschillende betekenissen: 1) klein zeediertje. klein zeediertje met tentakels dat in sommige soorten het voorstadium is van een kwal en dat zich aan de bodem vasthecht waardoor koraal zich vormt. 2) gezwel op slijmvlies. meestal goedaardig gezwel dat zich op de slijmvliezen bevindt, zoals in de oren, de ne...

Uitstulping aan de binnenkant van een hol orgaan (uitspraak: poo-LIEP). Voorbeelden van een poliep zijn de blaaspoliep, darmpoliep, baarmoederpoliep en neuspoliep.

(v.(m.)), goedaardig gezwel op het slijmvlies van een lichaamsholte, dat o.a. kan ontstaan na een plaatselijke ontsteking

[Fr. polype, van Gr. polupous = veelvoetig, van polus = veel, en pous = voet] 1 (med.) elk gesteeld gezwel dat vooral op slijmvliezen voorkomt en meestal goedaardig is; 2 de orde Hydroidea uit de klasse der kwalpoliepen; 3 het gesteelde stadium in de ontwikkeling van de kwalpoliepen.

neteldier; slijmvliesgezwel (geneesk.); inktvis

(G., polupous = met vele voeten). 1. Gesteeld gezwel, voorkomen op slijmvliezen, als regel goedaardig. 2. Poliepen: orde Hydroidea van Kwalpoliepen. 3. Bij Neteldieren de poliepvorm naast de kwalvorm.

waterdier met voelers wat hom op plant laat lyk; (peervormige)gewas (neus).

veelarmig dier; ook: woekering vooral in de neusholte

een zodanige woekering van een slijmvlies, dat een gesteeld gezwel met een glad oppervlak ontstaat. Zijn vooral bekend in neusholte, blaas en dikke darm, waar vaak meerdere tegelijk optreden: polyposis.