pol
I P, vol. II volt(age).
W. J. S. Poerwadarminta en dr. A. Teeuw (1950)
Marc De Coster (2020-2024)
(16e eeuw) (Barg.) vrouwenjager (Everaert. 1510); hoerenloper; minnaar (bij Huygens. 1627); souteneur, hoerenwaard. In deze laatste betekenis citeert het WNT o.a. C. van Ghistele (Terentius Comedien. 1555): “Ic meynde dat hy was, al een ander man Jae en een milder pol.” In de gouden eeuw betekende polletje ook: vriend, makker (zie citaa...
Meertens Instituut (2020)
Verkorting van bijvoorbeeld Apollonius, Leopold of Polydoor. In België wordt hij ook gebruikt voor Paul (onder invloed van de Franse uitspraak). Daarnaast kan het een vleivorm zijn uit de kindertaal, waarin de p allerlei medeklinkers kan vervangen (vergelijk Poi).
Muiswerk Educatief (2017)
pol - zelfstandig naamwoord 1. sprieten van een plant met een kluit aarde eraan ♢ ze had een pol madeliefjes uitgegraven Zelfstandig naamwoord: pol de pol de pollen het polletje...
Walter De Clerck (1981)
Klein, poezelig, mollig handje (van een kind); - ook: hand (in ’t alg.); iem. een pol geven, een hand geven, goeiedag zeggen (bij het afscheid e.d.); (een) schone pol, ter aand. van de rechterhand (in tegenst. tot de linkerhand: de lelijke pol): geef eens uwe schone pol aan de nonkel; zijn pollen gaan wassen, ook:...
Hans Heestermans (1977)
pol - de betekenissen van dit woord zijn legio: vrijer; vrouwenjager; bordeelhouder; minnaar van een getrouwde vrouw. De Hoer, en de Pol, heeten Nicht en Cosyn, OGIER, Seven Hoofts. 191 [1647]. Ann’ speelde met een’ Poll, en, soo se hoorde kloppen, 5V meinde 't was haer mann, HÜYGENS 2, 76 [1650].
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: