Wat is de betekenis van Poepzak?

2024-04-18
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

poepzak

(1914) (scheldw.) dikke man of vrouw. Soms ook voor dreumes. In Scheveningen betekent het echter 'vervelend iemand' of 'angsthaas, bang persoon.' • Poepzak, Poependik m. z. n., spotnaam voor kort dik ventje. (C. Breuls: Vademecum handelend over Maastrichtsch dialect. 1914) • Vroeg in 't voorjaar verscheen geregeld een dikke poepzak uit...

2024-04-18
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Poepzak

dik, mollig kind. Ook een scheldwoord voor een dikke man of vrouw. Vermeld in het WNT zonder vindplaats.

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Poepzak

m. (-ken), 1. dik, mollig kind; 2. (scheldn.) dikke man of vrouw.

2024-04-18
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

poepzak

m. (-ken), 1. dik, mollig kind; 2. (scheldnaam) dikke man of vrouw.

2024-04-18
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Poepzak

Poepzak m. (-ken), klein jongetje.