poeplap
1) (1906) (Barg.) portemonnee: 'hij heeft een aardig poeplappie'. Amsterdammers gebruiken wel eens de uitdrukking 'Hij heeft een poeplap van uienleer; als je hem openknipt, springen de tranen in zijn ogen': gezegd van iemand die gierig is. 'De poeplap trekken': zijn portemonnee openen om geld uit te geven. • (Köster Henke: De boeventaal....