pluis
(1984) (stud.) langharig niet-corpslid, politiek links gezind. Vandaar aanvankelijk ook gebruikt voor een tegenstander van kernwapens. Met 'pluizig' bedoelen studenten: 'geen deel uitmakend van het studentencorps'. Zo kan men spreken over een pluizig restaurant, een pluizig type, pluizige kleren enz. Jeugdtaal jaren tachtig van de twintigste eeuw....