Wat is de betekenis van Plompverloren?

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Plompverloren

bw., zonder enig beraad, zo maar ineens, hol over bol: zo maar, plompverloren in het honderd, smeten ze alles in het water.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

plompverloren

bw. (plotseling, in ‘t wilde weg, zonder zich te bedenken); de smokkelaars wierpen toen de goederen plompverloren in de vaart.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

plompverloren

bw. onverwachts, plotseling, zonder aarzelen: hij wierp alles in ’t water.

2024-04-25
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Plompverloren

D.w.z. in het ruwe, wilde weg; ook: plotseling, eensklaps, zonder nadenken. Eene koppeling van plomp, ruw, in het ruwe weg (vgl. Kiliaen: plompelick, obtuse, ruditer, absurde, inornate) en verloren, in 't honderd. Volgens De Jager, Frequ. II, 231: verloren als in éénen plots, een plomp; l...

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

plompverloren

bw., geheel onverwachts of zonder enig beraad.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Plompverloren

Plompverloren bw. onverwachts; zoo maar in eens, hol over bol: zoo maar, plompverloren in het honderd, smeten ze alles in het water.

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten