Plomberen
[Fr. plomber] met lood zegelen; holte in tand of kies vullen (met zilver-kwikamalgaam).
Walter De Clerck (1981)
(Een holle tand of kies) vullen (met een bep. soort vulmateriaal). Opm.: In de standaardt. sinds lang vero. en volledig verdrongen door vullen (vulling) enz. - Zie WNT XII, 2731 (1932). Afl.: plombering, vulling (van tand of kies).
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
Van Dale Uitgevers (1950)
(plombeerde,heeft geplombeerd), (<Fr.), 1. (van overheidswege) met lood verzegelen, van een loden stempel voorzien ; 2. (tandh.) (holle tanden of kiezen) vullen met metalen, porseleinen of plastisch vulmateriaal; thans meestal vullen genoemd.
Winkler Prins (1949)
(1), in de tandheelkunde de bewerking van een holle tand, die wordt opgevuld met bijv. goud, amalgaam of porselein; (2) met lood verzegelen.
M. J. Koenen's (1937)
geplombeerd (Fr. met lood [een loodje, een loden zegel] verzegelen, b.v. belastbare goederen bij doorvoer; holle kiezen vullen met een plombe).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: