Wat is de betekenis van plomberen?

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Plomberen

[Fr. plomber] met lood zegelen; holte in tand of kies vullen (met zilver-kwikamalgaam).

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Plomberen

holle tanden of kiezen vullen; met lood verzegelen

2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

plomberen

(Een holle tand of kies) vullen (met een bep. soort vulmateriaal). Opm.: In de standaardt. sinds lang vero. en volledig verdrongen door vullen (vulling) enz. - Zie WNT XII, 2731 (1932). Afl.: plombering, vulling (van tand of kies).

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Plomberen

met lood verzegelen; vullen van kies of tand

2024-04-25
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Plomberen

(van het Frans plomber), het maken van een vulling1, in een carieuze kies of tand.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Plomberen

(plombeerde,heeft geplombeerd), (<Fr.), 1. (van overheidswege) met lood verzegelen, van een loden stempel voorzien ; 2. (tandh.) (holle tanden of kiezen) vullen met metalen, porseleinen of plastisch vulmateriaal; thans meestal vullen genoemd.

2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Plomberen

(1), in de tandheelkunde de bewerking van een holle tand, die wordt opgevuld met bijv. goud, amalgaam of porselein; (2) met lood verzegelen.

2024-04-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

plomberen

1 met lood stempelen, verzegelen; 2 met een plombe vullen (holle tanden en kiezen).

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

plomberen

geplombeerd (Fr. met lood [een loodje, een loden zegel] verzegelen, b.v. belastbare goederen bij doorvoer; holle kiezen vullen met een plombe).