Wat is de betekenis van Plezier?

2024-04-16
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

plezier

plezier - zelfstandig naamwoord uitspraak: ple-zier 1. wat je leuk vindt ♢ daar heb ik plezier in 1. wij beleven daar veel plezier aan [wij vinden het erg prettig en leuk] ...

2024-04-16
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Plezier

s.n., nocht (de & it), wille, plezier (it); -tje, forsetsje (it); — hebben in, nocht, aerdichheit hawwe oan; voor z’n —, foar aerdichheit; niet veelhebben, jins wille, nocht, aerdichheit wol opkinne.

2024-04-16
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Plezier

(<Fr.), o. (-en), 1. (abstr.) (g. mv.) gevoel van welbehagen of welgevallen, veroorzaakt door iets dat men aangenaam vindt of waarin men genoegen schept: plezier hebben in iem. of iets; — met plezier, meestal als beleefdheidsformule: wil je dat voor mij in orde brengen? met plezier! ; plezier van iets hebben ; &mdas...

2024-04-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

plezier

(ple'zi:r) o. (-en; -tje) [Fr. < Lat. placere, behagen] 1. Algm. genoegen dat men ondervindt: dat doet mij -; doe mij het - en ga even mee; kraaien van -; hebben, scheppen in iemand, in iets; dat gaf nauwelijks meer het dat hij er vroeger van had; voor zijn reizen; ergens in vinden; (er) (in) hebben iets te doen; iets voor iemands doen. Gez...

2024-04-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

plezier

[Fr.], o. (-en), 1. gevoel van welbehagen of welgevallen: ―in zijn werk hebben; met —, meestal als beleefdheidsformule: wil je dat voor mij in orde brengen ? met ―!; veel — met, vaak in ironische toepassing; niet veel — aan iemand beleven, veel reden tot ergernis door hem hebben; ik zit hier niet voor mijn —!; ik deed het vo...

2024-04-16
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Plezier

Plezier o. —BOOT, v. (-en), enz. zie men onder PLEIZIER.