Wat is de betekenis van plezant?

2024-04-25
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

plezant

leuk, aangenaam, plezierig (informeel) ‘Wil je naar de cafetaria?’ vroeg ik. ‘Nee, hier is goed’, zei ze en ze zette mij onder een grote sticker die aangaf dat er niet gerookt mocht worden. Ik wees ernaar. ‘Dat is toch plezant, eens iets doen wat niet mag?’ zei Olga met gespeelde ergernis. (...

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

plezant

(bn.) plezierig, prettig, genoeglijk, leuk, grappig. Na de match tegen Lokeren vond ik dat niet zo plezant. - BvL, 17-08-2002 zie uithangen.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Plezant

plezierig (gew.)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Plezant

(<Fr.), bn. bw. (-er, -st), (Zuidn.) 1. aangenaam, behaaglijk: het is hier plezant om te wonen; 2. vrolijk, opgewekt, lustig: een plezante jongen.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

plezant

(ple'zant) bn. en bw. (-er, -st) plezierig.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

plezant

[Fr.], bn. en bw. (-er, -st), 1. aangenaam, prettig, opgewekt, plezierig: een plezante jongen.

2024-04-25
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)