Wat is de betekenis van plexiglas?

2025-05-22
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

plexiglas

plexiglas - zelfstandig naamwoord uitspraak: plek'si-glas 1. stevige en harde doorzichtige kunststof ♢ in plaats van glas hebben we plexiglas in dit venster gezet Zelfstandig naamwoord: plek'si-glas het plexiglas

2025-05-22
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Plexiglas

(merknaam) glas gemaakt uit een doorzichtige kunststof (polymethylmetacrylaat), zgn. 'onbreekbaar glas' (breekt niet in scherven, maar versplintert in vrij ongevaarlijke stukjes).

2025-05-22
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Plexiglas

doorzichtig en onbreekbaar kunststof (merknaam)

2025-05-22
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-05-22
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

plexiglas

(’pleksi) o. (...glazen) [Lat. plexus, gevlochten] 1. Eig. glasachtig buigzaam en onbreekbaar plastiek. 2. Metn. plaat daarvan.

2025-05-22
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

plexiglas

o., kunstglas, een doorzichtige en onbreekbare polymethylmetacrylaat.