Wat is de betekenis van pletter (uitdrukking)?

2024-04-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pletter (uitdrukking)

in de bw. uitdrukking te ―, geheel stuk, kapot, aan gruis: te — slaan, te — vallen; (gemeensz.) heel erg, verschrikkelijk: zich te ―vervelen.