Wat is de betekenis van Pleiterik?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

pleiterik

(1959) (cabaretiers) laatste grap of sketch waarmee een voorstelling wordt afgesloten. Syn.: wegwezer*. • Nou, dan knal ik er een paar witzen uit en dan maak ik de pleiterik. (Simon Carmiggelt: Een toontje lager. 1959) • Toen ze eindelijk opgekrast waren en ik mijn boom weer terug had, heb ik zitten bedenken, dat mensen die vergelijkbaar...

2024-04-20
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

pleiterik

(< pleite + -erik), weg, ervandoor: Pl. Amst. pleuren (klanknabootsing?), gooien, smijten: Ik ging naar de slaapzaal, pleurde al de papieren in de kast en wilde gaan pitten, CREMER 191. Maar je moet het zo brengen dat als hij (een klant) ƒ100.betaalt, dat hij ook tevreden de deur uitgaat. Je maakt er iets van. Anderen pleuren ze (de klant)...

2024-04-20
Marc De Coster

Marc de Coster (2007)

Pleiterik

Pleiterik - (cabaretiers) de pleiterik maken: laatste grap vertellen voor men de scène verlaat. Ook: uitsmijter, wegwezer . Hebr. peleitoh = ontvluchting.