Wat is de betekenis van Plebs?

2024-04-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Plebs

slecht volk, gespuis; gepeupel. Van het Latijnse woord voor het lagere volk. Zie ook plebejer.Als hij niet meedeed met het plebs, verweet men hem dat hij een verkapte aristokraat was, een verouderde liberaal. (C. Vosmaer, Amazone, 1881) O, dat plebs, dat niet wist, dat niet voelde, dat tegen hem opdrong, als schuim warrelde aan hun troon, dat zijn...

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Plebs

[Lat. = de niet-patriciers, het gewone volk; gepeupel] volk, gepeupel.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Plebs

het gewone volk; de niet-patriciërs (oude Rome)

2024-04-25
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

plebs

gewone volksklasse.

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Plebs

o., gepeupel; janhagel

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Plebs

s.n., rap en rút (it), skoarremoarje, rasmas (it), rosmos (it).

2024-04-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Plebs

plebs, gepeupel.

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Plebs

(Lat.), o., gemene volksklasse, grauw, gepeupel.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Plebs

plēbis, f. 1. de burgerstand, de plebejers (tegenover patricii, patres, senatus, terwijl populus ook dezen omvat). 2. overdr., de grote hoop, de massa, het volk, de lagere klasse, verachtelijk = het gepeupel.