Platheid
v. (...heden), 1. het plat of vlak zijn; 2. het plat of gemeen zfin; plompheid; grofheid; 3. alledaagse of platte uitdrukking of gezegde.
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (...heden), 1. het plat of vlak zijn; 2. het plat of gemeen zfin; plompheid; grofheid; 3. alledaagse of platte uitdrukking of gezegde.
M. J. Koenen's (1937)
v. in bet. 2 platheden (1 het plat of vlak zijn; 2 alledaagsheid, niet-verhevenheid, onbeduidendheid; grofheid, trivialiteit; ook: uiting van geesteloosheid, trivialiteit): 1. de platheid van de St.-Pietersberg; 2. de platheid van politieke idealen; een klucht vol platheden.
Jozef Verschueren (1930)
('plat) v. (...heden) I. Eig. het plat zijn. II. Metn. 1. Algm. wat plat is. 2. Inz. platte uitdrukking: een schotschrift vol ...heden.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v., 1. het plat-of vlak-zijn; 2. het plat-of gemeen-zijn; trivialiteit; grofheid; 3. (-heden), alledaagse of platte uitdrukking of gezegde, platitude.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: