plantsoen
plantsoen - zelfstandig naamwoord uitspraak: plant-soen 1. klein park waar iedereen mag komen ♢ Lev laat de hond uit in het plantsoen Zelfstandig naamwoord: plant-soen het plantsoen de p...
Muiswerk Educatief (2017)
plantsoen - zelfstandig naamwoord uitspraak: plant-soen 1. klein park waar iedereen mag komen ♢ Lev laat de hond uit in het plantsoen Zelfstandig naamwoord: plant-soen het plantsoen de p...
Oosthoek (1984)
jonge boompjes die op de kapvlaktes in het bos worden uitgeplant. Dit plantmateriaal wordt geteeld op een kwekerij. Er is veel onderzoek gedaan ten behoeve van de teelt van goed bosplantsoen. Hierbij is vooral gelet op de kwaliteit en de conditie van het plantsoen. Mede op grond hiervan is er een rassenlijst samengesteld met de meest wenselijke her...
J. van Donselaar (1936)
(de, -en), 1. (meestal) plant- en pootgoed. Sommigen vroegen hem 'n paar bananen-plantsoenen, andere vroegen hem kassavestekken, andere vroegen hem tajerknollen, maar nooit wilde hij hen helpen (de Groot & D. 21). 2. (soms) zaad. Etym.: In AN (met lidw. ‘het’), in de bet. van ‘stek’, veroud.; in de bosbouw nog gebr...
Veerman (1954)
1. (bosb.) Jonge bomen, bestemd voor aanplantingen. Het p. wordt meestal gekweekt in speciale kwekerijen of uit de handel betrokken. Men onderscheidt het p. naar de leeftijd en naar het aantal malen, dat het verspeend is, waarvoor soms (in het buitenland vaker) een speciale notatie wordt gebruikt. Zo betekent b.v. 2./2-p., vierjarige planten, die 2...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: