Wat is de betekenis van plantsoen?

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

plantsoen

plantsoen - zelfstandig naamwoord uitspraak: plant-soen 1. klein park waar iedereen mag komen ♢ Lev laat de hond uit in het plantsoen Zelfstandig naamwoord: plant-soen het plantsoen de p...

2024-04-19
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Plantsoen

[Fr. plançon = stek] openbare tuin of parkachtige beplanting.

2024-04-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Plantsoen

openbare tuin

2024-04-19
Encyclopedie van het milieu

Oosthoek (1984)

plantsoen

jonge boompjes die op de kapvlaktes in het bos worden uitgeplant. Dit plantmateriaal wordt geteeld op een kwekerij. Er is veel onderzoek gedaan ten behoeve van de teelt van goed bosplantsoen. Hierbij is vooral gelet op de kwaliteit en de conditie van het plantsoen. Mede op grond hiervan is er een rassenlijst samengesteld met de meest wenselijke her...

2024-04-19
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

plantsoen

(de, -en), 1. (meestal) plant- en pootgoed. Sommigen vroegen hem 'n paar bananen-plantsoenen, andere vroegen hem kassavestekken, andere vroegen hem tajerknollen, maar nooit wilde hij hen helpen (de Groot & D. 21). 2. (soms) zaad. Etym.: In AN (met lidw. ‘het’), in de bet. van ‘stek’, veroud.; in de bosbouw nog gebr...

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

plantsoen

openbare tuin.

2024-04-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Plantsoen

aanplanting.

2024-04-19
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Plantsoen

1. (bosb.) Jonge bomen, bestemd voor aanplantingen. Het p. wordt meestal gekweekt in speciale kwekerijen of uit de handel betrokken. Men onderscheidt het p. naar de leeftijd en naar het aantal malen, dat het verspeend is, waarvoor soms (in het buitenland vaker) een speciale notatie wordt gebruikt. Zo betekent b.v. 2./2-p., vierjarige planten, die 2...

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Plantsoen

s.n., plantsoen (it).