Wat is de betekenis van pittig?

2024-04-24
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

pittig

(2014) (straattaal) behoorlijk, in hoge mate, erg: 'Jij bent echt pittig saai'. • Het is pittig saai als je de hele aflevering gaat mine... (www.youtube.com, 15/09/2014, over Minecraft Survival) • Een voordeel van opgroeiende kinderen in huis is dat je als ouder geregeld nieuwe woorden en uitdrukkingen hoort, maar ook nieuwe toepassingen...

2024-04-24
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

pittig

pittig - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: pit-tig 1. scherp gekruid ♢ deze saus is erg pittig 2. behoorlijk moeilijk ♢ dit is een pittig lesje 3. met kracht en d...

2024-04-24
Politiek woordenboek

Marco Bunge (1985)

Pittig

Stevig. Pittige bezuinigingen zijn het doel van een ingrijpend beleid tot sanering van de overheidsfinanciën. Indien een pittige discussie binnen een partij plaatsvindt, duidt dit veelal op nogal verdeelde meningen in die groepering.

2024-04-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

pittig

kragtig; kernagtig.

2024-04-24
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Pittig

adj., pittich, kras.

2024-04-24
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pittig

bn. bw. (-er, -st), 1. vol pitten: pittige mandarijntjes; 2. (van planten) pit, merg hebbend: pittig hout; 3. krachtig, energiek: een pittig, klein wijfje; (sport.) een pittig schot; 4. waar pit in zit, niet flauw: pittige tabak; 5. kernachtig, geestig, snedig: een pittig woord, gezegde; een pittige stijl; dez...

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

pittig

1 bn. (1 v. e. pit voorzien; 2 merg hebbende; 3 krachtig, energiek; 4 van zaken, spijzen: waar pit in zit, niet flauw; 5 kernachtig, geestig; 6 aantrekkelijk, lief, aardig, inz. van iets kleins): 1 pittige mandarijntjes; 2 pittige vliertakken; 3 een pittig wijfje; 4 een pittige sigaar; 5 een pittig gezegde; een pittige stijl; 6 een pittig kleintje;...

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pittig

('pittəh) bn. en bw. (-er, -st) 1. vol pitten : -e mandarijntjes. 2. vol pit, merg : hout. 3. vol pit, kracht, energie : een wijfje; -e kost; een -e stijl. 4. geestig : -e gezegden; hekelen. 5. aardig, lief: een gezichtje.