Wat is de betekenis van Pits?

2024-04-25
Autosport ABC

Rob Wiedenhoff (2005)

Pits

Verzamelnaam voor garages langs het start-finishgedeelte van circuits. Vindt zijn oorsprong bij de wegraces uit het begin van de 20e eeuw toen in een kuil (pit in het Engels) naast de weg reserveonderdelen, banden en benzine werden bewaard. Afgeleiden: pitstop, pitsgarage, pitsbox en pitsmuur.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Pits

(pit) stopplaats bij auto- en motorrennen

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pits

m. (-en), (gew.), 1. nijp, kneep: hij gaf haar een pits in de arm; 2. kleine hoeveelheid: een pits zout, een neepje zout.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)