Wat is de betekenis van pinksterzondag?

2024-03-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

pinksterzondag

eerste pinksterdag. eerste dag van het pinksterfeest, die altijd op een zondag valt; eerste pinksterdag. Voorbeelden: Op pinksterzondag werd het jaarlijkse koningsschieten georganiseerd. Met een welgericht 97e schot haalde Harie Claessen de vogel naar beneden en mag zich hiermee de 97e schutterskoning van schutterij St. Joseph noemen...

2024-03-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Pinksterzondag

s., Pinkstersnein.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pinksterzondag

m. (-en), eerste dag van het Pinksterfeest.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Pinksterzondag

m. Pinksterzondagen (de eerste Pinksterdag).