Wat is de betekenis van pinksterdag?

2024-03-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

pinksterdag

Het begrip pinksterdag heeft 2 verschillende betekenissen: 1) de dag van Pinksteren. de dag van Pinksteren, 50 dagen na Pasen, waarop in de kerkelijke kalender herdacht wordt dat de Heilige Geest neerdaalde over de apostelen, Maria en andere gelovigen die na de hemelvaart van Jezus bijeenwaren in een huis in Jeruzalem. 2) dag uit de pink...

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

pinksterdag

pinksterdag - zelfstandig naamwoord uitspraak: pink-ster-dag 1. elk van de twee dagen van het pinksterfeest ♢ op eerste pinksterdag gaan we altijd naar het bos Zelfstandig naamwoord: pink-ster-dag de pinksterdag...

2024-03-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pinksterdag

m. (-en), elk der twee dagen van het Pinksterfeest.

Wil je toegang tot alle 7 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Pinksterdag

m. Pinksterdagen (dag van Pinksteren): er zijn twee Pinksterdagen, nl. Pinksterzondag en Pinkstermaandag.