pikdonker
baie donker.
M. J. Koenen's (1937)
bn., bw. (erg donker), ook, p i k k e d o n k e r: het is pikdonker; als zn. o.: in het pikdonker.
Dr. C.H. PH. Meijer (1919)
in zeer hooge mate donker, gevormd naar de analogie van pikzwart = zoo zwart als pik ; pik of pek, mnl. pek, uit lat, pix, gen. picis; het hgd. Pech is waarschijnlijk later door ons overgenomen, (door studenten ?) In het hgd. Fichte heeft men misschien dezelfde stam, doch niet ontleend, maar uit het indogerm. = de pik- of harstrijke boom. Bij Wolff...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: