Wat is de betekenis van pijnstiller?

2024-03-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

pijnstiller

pijn verzachtend middel. farmaceutisch middel dat pijn verzacht of verdooft. Voorbeelden: Met pijnstillers laat mijn buikpijn zich maar matig bestrijden, 6 stuks zijn meestal nog niet genoeg. Marie Kessels, Het nietigste, 2002

2024-03-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

pijnstiller

pijnstiller - zelfstandig naamwoord uitspraak: pijn-stil-ler 1. geneesmiddel dat de pijn verzacht of doet stoppen ♢ de dokter schreef een pijnstiller voor Zelfstandig naamwoord: pijn-stil-ler de pijnstiller ...

2024-03-19
Dokterswoordenboek

Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)

pijnstiller

Medicijn dat pijn vermindert of helemaal wegneemt. Bekende pijnstillers zijn paracetamol, aspirine en morfine. Ze doen vaak meer dan het onderdrukken van pijn: ze verminderen bijvoorbeeld een ontsteking en brengen daardoor de koorts omlaag. De dokter geeft dan ook vaak aspirine of paracetamol bij een ontsteking waarvan je koorts krijgt. Aspirine en...

2024-03-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)