pijnstiller
pijn verzachtend middel. farmaceutisch middel dat pijn verzacht of verdooft. Voorbeelden: Met pijnstillers laat mijn buikpijn zich maar matig bestrijden, 6 stuks zijn meestal nog niet genoeg. Marie Kessels, Het nietigste, 2002
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
pijn verzachtend middel. farmaceutisch middel dat pijn verzacht of verdooft. Voorbeelden: Met pijnstillers laat mijn buikpijn zich maar matig bestrijden, 6 stuks zijn meestal nog niet genoeg. Marie Kessels, Het nietigste, 2002
Muiswerk Educatief (2017)
pijnstiller - zelfstandig naamwoord uitspraak: pijn-stil-ler 1. geneesmiddel dat de pijn verzacht of doet stoppen ♢ de dokter schreef een pijnstiller voor Zelfstandig naamwoord: pijn-stil-ler de pijnstiller ...
Jannes van Everdingen en Arnoud van den Eerenbeemt (2010)
Medicijn dat pijn vermindert of helemaal wegneemt. Bekende pijnstillers zijn paracetamol, aspirine en morfine. Ze doen vaak meer dan het onderdrukken van pijn: ze verminderen bijvoorbeeld een ontsteking en brengen daardoor de koorts omlaag. De dokter geeft dan ook vaak aspirine of paracetamol bij een ontsteking waarvan je koorts krijgt. Aspirine en...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: