Wat is de betekenis van pijnloos?

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

pijnloos

pijnloos - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: pijn-loos 1. zonder pijn ♢ Nadia koos voor een pijnloze bevalling Bijvoeglijk naamwoord: pijn-loos de/het pijnloze ...

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Pijnloos

bn. bw., 1. geen pijn gevoelend: de zieke is pijnloos; 2. geen pijn veroorzakend: een pijnloze operatie; een kies pijnloos trekken.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

pijnloos

1 bn. (1 geen pijn gevoelende; 2 geen pijn veroorzakende of niet gepaard gaande met lichaamspijn): 1 de zieke is pijnloos; 2 een pijnloze operatie; 2 bw.: honden pijnloos afmaken.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

pijnloos

('pijn) bn. (...loze) en bw. 1. geen pijn gevoelend, zonder pijn : de ziel is -. 2. geen pijn veroorzakend : een ...loze operatie; het doden van dieren.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

pijnloos

bn. en bw., 1. geen pijn voelend: de zieke is pijnloos; 2. geen pijn veroorzakend: een pijnloze ingreep; pijnloze bevalling.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Pijnloos

Pijnloos bn. geene smart veroorzakende: eene pijnlooze operatie; — zonder pijn: de zieke is pijnloos.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)