Wat is de betekenis van pigment?

pigment - zelfstandig naamwoord uitspraak: pig-ment 1. korreltjes kleurstof in het weefsel van mensen, dieren en planten ♢ mensen met een bruine huid hebben veel pigment 2. poedervormige kleurstof in verf en vernis ...

Een bruine kleurstof in weefsel van planten, dieren en mensen (uitspraak: pig-MENT). Pigment geeft kleur aan je haar, aan de iris in je oog en aan je huid. Het beschermt je huid tegen ultraviolette straling in zonlicht. Het wordt gemaakt door speciale pigmentcellen in je huid. Als je lang in de zon zit, maken die huidcellen meer pigment aan. Daardo...

Kleurstof, meestal in poedervorm. Door het te mengen met een bindmiddel ontstaat verf. Het bindmiddel bepaalt het type verf: olie voor olieverf, Arabische gom voor waterverf ei(dooier) voor tempera. Pigmenten worden gewonnen uit mineralen, planten of dieren, of synthetisch gemaakt.

Pigment (lat. verf) is een kleurpoeder van natuurlijke stoffen zoals soorten aarde, minerale stenen en dieren.

Pigment is de stof waardoor verf zijn kleur krijgt.

[Lat. pigmentum, van stam pig- als in pingere = schilderen] 1 kleurstof in de vorm van korreltjes in bep. weefsels van planten, dieren en mensen die daaraan een kenmerkende kleur geven (huid, haren, veren, regenboogvlies e.d.); 2 verf of kleurstof in poedervorm.

kleurstof

pigment - Te gebruiken voor alle relatief onoplosbare organische, anorganische, natuurlijke of kunstmatige substanties die kleur afgeven aan een andere substantie of een ander mengsel en die altijd dezelfde eigen kleur hebben wanneer ze onder wit licht worden gezien. Het is het bestanddeel van verf of inkt dat voor de kleur zorgt.

(L., pigmentum = kleurstof,) kleurstoffen in korrelige insluitsels in cytoplasma. Anthocyanen en anthoxanthinen (bloemkleurstoffen) zijn in het celvocht van de vacuole opgelost. Bij dieren in de huid, vnl. in opperhuid en ook in haren en veren. Bij albinisme ontbreekt pigment, ➝ melanine.