Pieremachochel
zware, lompe vrouw; roeibootje
Dr. L.M. Metz (1937)
Een roeibootje, waarmee men voor pleizier uit roeien gaat (pieren is pretmaken). Voorts een log vrouwspersoon.
Jozef Verschueren (1930)
(‘pi:rə) v. (-s; -tje) 1. [pier III] Eig. machochel 2. Metf. roeiboot die men huurt : in een gaan spelevaren.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: