piep
1) (17e eeuw) (sch.) mannelijk geslachtsdeel. Piep duidt doorgaans iets kleins aan. Het kan ook een nevenvorm van pijp* zijn. • (Gerrit Jacob Boekenoogen: De Zaanse volkstaal: Bijdrage tot kennis van de woordenschaft in Noord-Holland, Volume 1. 1897) • Piep. Mannelijke roede. (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1950) • (H. M...