Wat is de betekenis van Peulvrucht?

2024-04-23
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

peulvrucht

peulvormige, eiwitrijke vrucht. eiwitrijke, vezelrijke vrucht van een vlinderbloemige plant die in zijn geheel of ten dele wordt gegeten als groente; peulvormige vrucht. Voorbeelden: De pinda is eigenlijk geen noot maar een peulvrucht uit de familie van de vlinderbloemigen. http://www.hollandsepot.dordt.nl/producten/producten.htm...

2024-04-23
Ensie Encyclopedie

Redactie Ensie (2022)

Peulvrucht

Peulvruchten zijn de zaden uit de peulen van planten uit de vlinderbloemfamilie. De peulvruchten bestaan in tientallen varianten die dagelijks gegeten worden. Hoewel er ook eenzadige peulen zijn, bevatten de meest gegeten peulen meerdere zaden.Peulvruchten behoren tot de vlinderbloemfamilie en zijn dus geen groentesoort, zoals verschillende mensen...

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

peulvrucht

peulvrucht - zelfstandig naamwoord uitspraak: peul-vrucht 1. lange vrucht met rij zaadjes erin ♢ bonen zijn peulvruchten Zelfstandig naamwoord: peul-vrucht de peulvrucht de peulvruchten...

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Peulvrucht

v. (-en), 1. peulvormige vrucht; eig. een enkelvoudige, droge, tweekleppige, openberstende vrucht, zonder overlangs middelschot; 2. zaad uit de onder 1. genoemde vruchten, bep. erwten en bonen: een koopman in zaden en peulvruchten.

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

peulvrucht

v. peulvruchten (peulvormige vrucht inz. bonen, erwten, linzen enz.; gewas, waaraan erwten en bonen groeien).

2024-04-23
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Peulvrucht

of legumen, eenhokkige, eenbladige, 1 meerzadige, droge vrucht, die openspringt langs twee naden en waarin de zaden in één of twee rijen aan den binnenkant van den buiknaad bevestigd zijn. De p. is typisch voor de vlinderbloemigen, bijv. erwt.

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

peulvrucht

('peul) v. (-en) I.Eig. 1. tweekleppige, openbarstende vrucht, zonder overlangs middenschot : de bevat veel zaden. 2.Bepk. zaad in een peulvrucht : een koopman in -en. II. Metn. vrucht die peulen draagt: de erwt behoort tot de -en.

2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

peulvrucht

v./m. (-en), 1. peulvormige vrucht, zoals bonen, linzen e.a.; 2. gewas waaraan peulen groeien, dat behoort tot het taxon Leguminosae. De meeste peulvruchten stammen uit Azië; de Phaseolusbonen zijn afkomstig uit Centraal-en Zuid-Amerika, terwijl de vigna-bonen uit Afrika stammen. De teelt vindt plaats zowel in tropische als in gematigde kli...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)