perfect - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: per-fect 1. zeer goed ♢ die tafel is perfect gemaakt 2. zo goed als het maar kan, zonder fouten ♢ het was een perfect ballet Bijvoeglijk naa...

(perfekt) volmaakt; voltooid

volkomen, volmaakt, uitmuntend.

(<Lat.), bn. bw. (-er, -st), volmaakt, volkomen, geheel: alles is perfect in orde; — (wisk.) een perfect of volkomen getal, een getal dat gelijk is aan de som van zijn echte delers.

volkomen, volmaakt, geheel; volkomen in orde, best, uitmuntend!

(< Lat. perfectus) part. perf. van perficere = voltooien). Volmaakt. Een perfect of volkomen getal is een getal, dat gelijk is aan de som van zijn echte delers.Het woord perfect voor punt verzamelingen drukt uit, dat de verzameling identiek is met haar afgeleide; het is blijkbaar gekozen om aan te geven, dat de verzameling niet completer wordt d...

Perfect bn. bw. (-er, -st), volmaakt, volkomen, geheel.

perfect - bn. en bijw. volmaakt, volkomen, geheel