Wat is de betekenis van pecunia?

geld. Voorbeelden: Ik maak een studie van de nutteloosheid van het leven [...]. En passant vermaak ik mezelf met een leuke consultancy, waar zo af en toe ook nog wat pecunia uit voortvloeit - dus wat wil een kerel nog meer. Karel Glastra van Loon, De passievrucht, 2000 De overkoepelende baggerorganisatie VBKO neemt veel kosten...

[Lat., van pecus = vee (de oude vorm van bezit en rijkdom)] geld.

(pecuniën) geld

geld, fortuin; pecunia nervus belli: geld is de zenuw van de oorlog; pecunia non olet: geld stinkt niet; pecuniae causa: om het geld.

geld.

ae, f. 1. vermogen, pecuniam facere, verwerven, Cic., magnas pecunias facere, Nep. 2. in ’t bijz., geld, geldsom, plur. pecuniae = gelden, geldsommen, p. praesens of numerata, baar geld, Cic., dies pecuniae, betaaldag, Liv., pecuniam alci solvere of dissolvere, Cic., zie ook mutuus, 1, |...

(Lat.), geld; Pecuniae causa, om de wille van het (lieve) geld; P. non olet, geld riekt (stinkt) niet; woorden aan keizer Vespasianus tegenover zijn zoon Titus in de mond gelegd.

(Lat.) v, geld, vermogen; pecuniae causa, terwille v. h. geld; ~ nervus belli, geld Is de zenuw v. d. oorlog; ~ non olet, het geld stinkt niet.

Geld.