Wat is de betekenis van pasta?

Het begrip pasta heeft 4 verschillende betekenissen: 1) kneedbaar mengsel. kneedbaar mengsel van een of meer vaste stoffen en vloeistof, dat dikker is dan crème. 2) tandpasta. smeerbare substantie waarmee men de tanden poetst; tandpasta. 3) chocoladepasta. smeerbare pasta van cacaopoeder, suiker en vetten, gebruikt als...

pasta - zelfstandig naamwoord uitspraak: pas-ta 1. dikke, smeerbare massa ♢ ik neem chocoladepasta op brood 2. verzamelnaam voor Italiaanse deegwaren (macaroni, spaghetti, etc.) ♢ mijn vader kan...

a. Zachte massa, een smeerbaar, zoet broodbeleg, die al naargelang de gebruikte grondstoffen, gebruikt kan worden als ‘belegging’ of ‘vulling’ van brood, toast of crouton. b. Pasta (deegwaar), de benaming voor verschillende Italiaanse noedels, bij uitbreiding ook voor Aziatische noedels. ​

[v. OFr. paste, lt. pasta = deeg] 1 (alg.) dikke zalfachtige massa, een heterogeen mengsel van een vloeistof en een (meestal fijnverdeelde) vaste stof, met een zodanige consistentie dat het nauwelijks vloeit (een grote viscositeit heeft) bijv. tandpasta of chocoladepasta; 2 (tech.) een zeer visceuze...

dikke zalf; smeerbaar mengsel; Italiaanse deegwaar

pasta - (zaaddodende), bep. soort anticonceptiemiddel.

deeg; sagte, kneebare preparaat (vir tande).

o., deeg, zalf

een zalf van vrij stevige consistentie, dit bereikt de apotheker door meer vaste bestanddelen toe te voegen of een vehiculum met een hoger smeltpunt te gebruiken.