Wat is de betekenis van Passivum?

2024-04-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Passivum

zie passief 1.

2024-04-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Passivum

lijdende vorm (taalk.)

2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Passivum

lijdende vorm van het werkwoord.

2024-04-24
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Passivum

Passiva, lijdende vorm.

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Passivum

(Lat.), o., (spraakk.) lijdende vorm van het werkwoord, tgov. activum.

2024-04-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

passivum

o. passiva (Lat. spraakk. de lijdende vorm van een werkwoord; lijdend ww.).

2024-04-24
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Passivum

de lijdende vorm v/e werkwoord, gevormd door middel v/h hulpwerkwoord worden.

2024-04-24
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Passivum

(lijdende vorm) van een werkwoord staat tegenover het activum.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

passivum

[Lat.] (het accent wisselt), o. (-va), (spraakk.) lijdende vorm van het ww., tegenover activum. Het passivum komt in een aantal talen voor en loopt parallel met het systeem van actieve vormen, het activum. Zo vindt men in het Latijn laudor, ik word geprezen als passieve vorm naast de actieve vorm laudo, ik prijs; de passieve infinitief laudari, gep...