passant
Het begrip passant heeft 2 verschillende betekenissen: 1) voorbijganger. iemand die passeert; voorbijganger. 2) iemand die kort ergens verblijft. iemand die korte tijd ergens verblijft, bijvoorbeeld omdat hij op doorreis is.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip passant heeft 2 verschillende betekenissen: 1) voorbijganger. iemand die passeert; voorbijganger. 2) iemand die kort ergens verblijft. iemand die korte tijd ergens verblijft, bijvoorbeeld omdat hij op doorreis is.
Peter Joh .M. Zuidweg (2017)
Niet in het hotel overnachtende bezoeker. Niet van tevoren aangemelde hotelgast, doorgaande gast.
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
[Fr. = o.dw van passer = voorbijgaan] wie op doorreis is, voorbijganger; lus om iets (bijv. riem) onderdoor te steken.
Mr. John Knecht en B.G.J. Stoelinga
Passant verwijst naar een persoon die op zodanige wijze met een specifiek buiten¬object wordt geconfronteerd, dat waarneming van de daarop aan¬gebrachte communicatie-uiting mogelijk is.
mr. J. Knecht (1991)
passant is de benaming voor een persoon, die op zodanige wijze met een bepaald buitenobject of vervoermiddel wordt geconfronteerd, dat waarneming van de daarop aangebrachte communicatie-uiting mogelijk is.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: