Wat is de betekenis van passant?

2024-04-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

passant

Het begrip passant heeft 2 verschillende betekenissen: 1) voorbijganger. iemand die passeert; voorbijganger. 2) iemand die kort ergens verblijft. iemand die korte tijd ergens verblijft, bijvoorbeeld omdat hij op doorreis is.

2024-04-24
CBS begrippenlijst

CBS (2018)

Passant

Een bezoeker van een hotel die daar niet blijft overnachten. Zie ook: Gast, Hotel, Pension

2024-04-24
Klein hotelvademecum

Peter Joh .M. Zuidweg (2017)

Passant

Niet in het hotel overnachtende bezoeker. Niet van tevoren aangemelde hotelgast, doorgaande gast.

2024-04-24
Begrippen in de Rechtspraak

Ensie (2016)

Passant

Of: TBs-passant, veroordeelde die in afwachting is van een plaats in een TBS-kliniek

2024-04-24
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Passant

[Fr. = o.dw van passer = voorbijgaan] wie op doorreis is, voorbijganger; lus om iets (bijv. riem) onderdoor te steken.

2024-04-24
Communicatie

Mr. John Knecht en B.G.J. Stoelinga

Passant

Passant verwijst naar een persoon die op zodanige wijze met een specifiek buiten¬object wordt geconfronteerd, dat waarneming van de daarop aan¬gebrachte communicatie-uiting mogelijk is.

2024-04-24
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Passant

voorbijganger; doortrekkende reiziger; band aan een kledingstuk om iets door te steken

2024-04-24
Media begrippenlijst

mr. J. Knecht (1991)

Passant

passant is de benaming voor een persoon, die op zodanige wijze met een bepaald buitenobject of vervoermiddel wordt geconfronteerd, dat waarneming van de daarop aangebrachte communicatie-uiting mogelijk is.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-24
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Passant

dóórtrekkende, voorbijganger; voorbijgaand