Wat is de betekenis van partij?

2025-06-21
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-06-21
Prisma Fries Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-06-21
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-06-21
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Partij

(<Er.), v. (-en), 1. deel, gedeelte: de 35 planten werden in zeven partijtjes, elk van 5 stuks verdeeld ; 2. (veroud.) lichaamsdeel; — (thans nog) schaamdeel, inz. mannelijk lid: de partijen van een haas ; 3. afgedeeld stuk land: ik heb daar een paar partijen tarwe ; 4. een bepaald gedeelte van iets, op zichzelf beschouwd : het marmer, da...

2025-06-21
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

partij

1) (1979) (oorspr. jeugd) ter versterking: erg, in hoge mate. Bijv. een partij link. • een partij treurig - als niet zo'n beetje treurig. Leiden. (NRC Handelsblad, 10/03/1979, over jeugdtaal) • Ik ga nu naar dat oubollige bruine toneelartiestencafé hiernaast teneinde een goudgele rakker te vatten, een licht alcoholische versnaperi...

2025-06-21
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

partij

partij - zelfstandig naamwoord uitspraak: par-tij 1. bijeenkomst van mensen die iets vieren ♢ ben je niet uitgenodigd voor dat partijtje? 2. groep mensen met dezelfde ideeën of belangen ♢ hij is...

2025-06-21
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

partij

paar

2025-06-21
Woordenboek van het Kadaster

Kadaster (2017)

Partij

Een Partij is degene die betrokken is bij een meerzijdige rechtshandeling.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-06-21
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

partij

(de; -en) 1 SP; vaak verkleinv. - spel dat door twee of meer personen wordt gespeeld. 2 (de golfregels) - één speler, of twee of meer spelers die partners zijn, syn. side. → groep, match