Parlevinker
m. (-s), 1. kleinhandelaar in grutterswaren en veevoer; — kleinhandelaar te water die in allerlei waren doet; 2. schuit van een kleinhandelaar te water.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), 1. kleinhandelaar in grutterswaren en veevoer; — kleinhandelaar te water die in allerlei waren doet; 2. schuit van een kleinhandelaar te water.
Marc De Coster (2020-2025)
(17e eeuw) koopman die heen en weer trekt om zijn nering te drijven (te voet of met een bootje); scharrelaar; leurder; venter. Daarnaast betekent het ook: iemand die niet deugt; rare snuiter. • Myn naam zal evenwel geen Abraham Blankaart zyn, zo ik u, zo lang gy onder myne Voogdy zyt, geef aan den een of ander Parlevinker, al was hy zo ryk als...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
NIMA (1993)
(rivierhandelaar) Vorm van ambulante handel waarbij een detaillist met een boot(je) levensmiddelen verkoopt aan schippers op het water.
Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)
kleinhandelaar te water die schippers per bootje van levensmiddelen, enz. voorziet; bootje zelf
M. J. Koenen's (1937)
m. parlevinkers (iem., die uit parlevinken gaat inz. die met een vaartuig naar België of Noord-Frankrijk trekt om handel te drijven in kaas en andere waren; vroeger: schipper of zijn schuit, die tot ± 1870 te Amsterdam het Vechtwater aanvoerden).
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-s), 1. kleinhandelaar te water die voornamelijk met levensmiddelen langs schepen vent; 2. schuit van een kleinhandelaar te water.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: