Wat is de betekenis van Parlementen?

2023-12-11
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2023)

parlementen

(16e eeuw) (inf.) een gesprek houden over iets; over en weer praten; kletsen. Reeds bij Corn. Kilianus (Etymologicum teutonicae linguae. 1599). • Is 't nu niet wel geparlement, Gepreekt, gestampt, gevloekt, gekeven? (Anoniem: De nieuwe hofsche Rommelzoo. 1655) • Hij parlementte tot dat hij gelijk haalde. (Leonard Lodewijk de Bo: Westvl...

2023-12-11
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Parlementen

praten (vero.)


Direct alle 7 resultaten bekijken?

Start nu je gratis proefperiode!

2023-12-11
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Parlementen

(parlementte, heeft geparlement), (gemeenz.) praten, snappen, babbelen ; redetwisten.

2023-12-11
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

parlementen

parlementte, h. geparlement (babbelen, praten; redetwisten); gmz.

2023-12-11
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

parlementen

('mentən) (parlementte, heeft geparlement) Gemz. praten, babbelen, redetwisten : lang zitten -.

2023-12-11
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Parlementen

Parlementen -(parlementte, heeft geparlement), (gemeenz.) praten, snappen, babbelen; redetwisten.

2023-12-11
Etymologicum 1573

Cornelis Kiliaan (1573)

parlementen

Colloqui: & Disceptare, disputare, contendere.