parlementen
(16e eeuw) (inf.) een gesprek houden over iets; over en weer praten; kletsen. Reeds bij Corn. Kilianus (Etymologicum teutonicae linguae. 1599). • Is 't nu niet wel geparlement, Gepreekt, gestampt, gevloekt, gekeven? (Anoniem: De nieuwe hofsche Rommelzoo. 1655) • Hij parlementte tot dat hij gelijk haalde. (Leonard Lodewijk de Bo: Westvl...