Wat is de betekenis van parallel?

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

parallel

parallel - bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord uitspraak: pa-ral-lel 1. gelijk aan ♢ parallel aan dit besluit, zijn alle vergaderingen afgelast 2. met overal dezelfde tussenruimte ♢ de...

2024-03-28
Psychosociale gespreksvoering

Markus van Alphen (2015)

Parallel

Parallel - taken tegelijkertijd uitvoeren: naast elkaar doen.

2024-03-28
Lexicon voor de kunstvakken

Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)

parallel

Parallel is (in de dans) de stand van de voeten in de basishouding: evenwijdig naast elkaar.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Parallel

[Lat. parallelus, van Gr. parallèlos = naast elkander, van para- en allèlous = elkaar] I. zn lijn of vlak evenwijdig aan andere lijn of ander vlak; breedtecirkel; overeenkomstige of vergelijkbare zaak; II. bn evenwijdig; overeenkomend.