Wat is de betekenis van Palingneuker?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

palingneuker

(1972) (scheldw.) pietluttig persoon. Vgl. kippenneuker* en mierenneuker*. • Na een paar dagen dronk ik er al twaalf op en zo trainde ik stiekem de hele week en dacht: wacht maar, palingneukers, ik zal jullie eens laten zien dat ik net zo kan zuipen en vloeken als jullie. (Haring Arie: Recht voor z’n Raap. 1972)

2024-04-20
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

Palingneuker

pietluttig persoon. Variant op mierenneuker. Vgl. geitenneuker kippenneuker.Na een paar dagen dronk ik er al twaalf op en zo trainde ik stiekem de hele week en dacht: wacht maar, palingneukers, ik zal jullie eens laten zien dat ik net zo kan zuipen en vloeken als jullie. (Haring Arie, Recht voor z’n raap, 1972)

Gerelateerde zoekopdrachten