pakken - regelmatig werkwoord uitspraak: pak-ken 1. vast blijven zitten ♢ deze lijm pakt niet 2. het grijpen of tevoorschijn halen ♢ pak maar een koekje 1. de polit...

Pakken - eufemisme voor doping gebruiken. 'Een windje pakken': hinder ondervinden van tegenwind.

pakken: een renner die 'pakt', is een dopingzondaar, nemen.

Eufemisme voor doping gebruiken. Syn.: iets nemen. Kimmage vertelt ook over de keren dat hij moest ‘pakken’ om op tijd binnen te komen, om zijn kopman te helpen... dus om te overleven. (Mart Smeets: Stoempen, snot en sterven. 1991) Maassen denkt dat er veel minder wordt ‘gepakt’ dan vroeger, ‘EPO? Ik denk wel dat je met EPO kunt verbeteren. Maar n...

(ov ww; pakte; h. gepakt) SP 1 inform. - verdienen, winnen: een gouden plak pakken, een gouden medaille winnen; seconden, minuten, punten, de gele trui pakken. 2 - doping gebruiken, syn. slikken: hij won alleen maar omdat hij heeft gepakt.

(1) (Gezegd van mannen) Copuleren. Eveneens als Engels eufemisme: ‘to take’. In die jaren, als je een beetje kleur had, pakte je alle vrouwen. De Groene Amsterdammer, 16-09-98 Over Tara zei hij heel diepzinnig dat vrouwen die zich zo kleden niet altijd bedoelen dat ze gepakt willen worden, maar dat het voor een man wel heel lekker is. ...

nemen (1)

zie ophangen.

pakken - coïre. (vgl. hebben, grijpen, nemen). Ze (t.w. Moorse vrouwen, V.) hebben altijd een veel te grote kut, als je ze mag naaien, en als je ze niet mag pakken kom je er zonder een lieter smeerolie niet in, cremer 202 [1962].

(pakte, heeft gepakt), (overg.) ordelijk bijeenvoegen, zodat er een pak ontstaat: kleren in een koffer —; hij kan zijn boeltje wel —, hij zal wel ontslagen worden; zijn biezen —, vluchten, aan de haal gaan; boeken en schriften in een tas —, haring —, in tonnen doen voor de handel; (fig.) wij zaten als haringen op elk...

(pakte, heeft gepakt), 1. (een of meer voorwerpen) ordelijk in een daartoe bestemde ruimte bijeenvoegen, of met iets omwikkelen of omwinden, zodat er een pak ontstaat: kleren in een koffer pakken; — hij kan zijn boeltje wel pakken, gezegd van iem. die uit zijn dienst ontslagen zal worden; — zijn biezen pakken, vluchten, aa...

Pakken - (pakte, heeft gepakt), verschillende voorwerpen ordelijk in eene daartoe bestemde ruimte bijeenvoegen, of met iets omwikkelen of omwinden, zoodat er een pak ontstaat; ook eene ruimte ordelijk daarmede vullen: kleeren in een koffer pakken; een koffer pakken; — zijne koffers pakken, zich voor de afreis gereedmaken; — heb je al g...

zie Grijpen.