pakean
(1937) (Indië) pak, kostuum. Zie ook: pakean-deftig. • Zijn pakaian is te vuil voor visite. (Beb Vuyk: Duizend eilanden. 1937)
Marc De Coster (2020-2024)
(1937) (Indië) pak, kostuum. Zie ook: pakean-deftig. • Zijn pakaian is te vuil voor visite. (Beb Vuyk: Duizend eilanden. 1937)
Marc De Coster (2017)
Pakean - kleding, uniform. Mal. pakai = aanhebben, aandoen. De volksetymologie heeft het verband gelegd met pakkie-an = het pakje dat men aanheeft.
Pieter Johannes Veth (2003)
pakean [kostuum]. Soms pakian, is de Bataviase uitspraak van het Maleise pakajan, van pakaj = kleren. Schertsenderwijze wordt ons ‘in pontificaal’ weergegeven door: pakean-deftig.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Mal.), m. (-s), (O.-I.) pak, kostuum: een witte pakean; — in volkst. verbasterd tot pakkie-an: een mooi pakkie-an.
M. J. Koenen's (1937)
m. -s (O.-I. pak, kostuum, kleding): donkere kleding staat toch beter dan die eeuwige witte pakeans.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Mal.], m. (―s), pak, kostuum: een witte pakean; ook wel verbasterd tot pakkie-an: dat is mijn pakkie-an niet, dat is mijn taak niet, (ook) daar heb ik geen boodschap aan.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: