Wat is de betekenis van pairing?

2024-04-20
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

pairing

(zelfstandig naamwoord) [ict] koppeling - Telkens als je een nieuwe auto krijgt, is een eenmalige koppeling met je telefoon nodig om later handenvrij te kunnen bellen.

2024-04-20
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

pairing

(de; -s) (strokeplay) - het indelen in groepjes van twee golf(st)ers (competitor en medecompetitor) die samen de wedstrijd spelen. Herkomst: van Eng, to pair (een paar (doen) vormen).

Gerelateerde zoekopdrachten