Paddestoelen
Paddestoelen - hindernissen in een flippermachine waartegen de balletjes moeten botsen. Dit levert de speler punten op.
Marc De Coster (2017)
Paddestoelen - hindernissen in een flippermachine waartegen de balletjes moeten botsen. Dit levert de speler punten op.
Hans Biedermann (1992)
zijn vaak gelukssymbolen, allereerst opvallend genoeg de giftige vliegenzwammen, die bij Siberische volkeren vaak als hallucinogene drugs werden gebruikt. In MiddenEuropa is enige samenhang met dit feit nauwelijks aannemelijk, maar is het gelukskarakter eerder te danken aan de opvallende gedaante van de rode, witgestippelde hoed, die er ‘vrol...
Eindredactie Jan Pieter Woudt & Klaas Woudt (1991)
Oosthoek (1984)
schimmels met een sporevormend vruchtlichaam. Paddestoelen planten zich voort d.m.v. sporen die aan de oppervlakte of binnen in een vruchtlichaam worden gevormd. De vruchtlichamen ontstaan aan het mycelium, een ondergronds netwerk van draden. Het oppervlak van een vruchtlichaam is groot, zodat er veel sporen worden gevormd. Paddestoelen bezitten ge...
Ernst Meyer Camberg (1981).
zwammen: bestaan uit het ondergrondse mycélium en de boven de grond groeiende vruchtlichamen. Dit zijn planten zonder bladgroen. De vruchtlichamen van sommige soorten zijn eetbaar en vormen een waardevolle aanvulling voor de vegetarische keuken, omdat ze zeer eiwitrijk zijn. Ze zijn niet altijd licht verteerbaar en voor patiënten met ee...
G. Th. van Kempen (1974)
vruchtlichamen van bv. Basidiomyceten (steeltjeszwammen), Agariaceae (plaatjeszwammen), vormen sporen. Aan bepaalde vruchtlichamen is een steel en een hoed te onderscheiden. Jonge paddestoel is omgeven door een vlies (algemeen omhulsel), waar van de resten vaak in de vorm van wratten op de hoed en een beurs aan de voet van de steel bewaard blijven...
Prof. Dr. J.H. Brouwer (1958)
Vruchtlichamen van de hogere zwammen of Eumyceten. De twee hoofdgroepen zijn de Ascomyceten of zakjeszwammen en de Basidiomyceten of steeltjeszwammen. Bekende Ascomyceten zijn de (vaak gele of rode) komzwammetjes (nogal eens tussen vochtige straatstenen, soms zeer grote in humusrijk zand), de morilles, in het voorjaar te vinden in de eilandduinen,...
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
in bepaalde vorm groeiende schimmelsoorten; sommige soorten (champignon, hanekam) zijn eetbaar, ze zijn smakelijk maar hebben weinig voedingswaarde; andere soorten zijn giftig (bijv. de vliegenzwam) soms zelfs snel dodelijk (o.a. het gif muscarine uit de amanita-soorten).
Winkler Prins (1949)
noemt men de vruchtlichamen van planten, die geen chlorophyl bezitten en meestal saprophytisch leven. Men onderscheidt aan de P. een hoed en een steel. Onder de hoed plaatjes (lamellen, Plaat j eszwammen)] buisjes [Gaat] es zwammen)] stekels (Stekelzwam). Enkele soorten geleiachtig; zonder steel, halfcirkelvormig. Kleur zeer verschillend. Vele P. z...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: