Pachakroet, pasjakroet
(in Vlaanderen, vnl. Brussel en Gent) nietsnut; snoever of windbuil. Soms ook: onbetrouwbaar sujet. Van het Arabisch basha kharut (pocher). In het Nero-stripverhaal ‘De hoed van Gerard de Duivel’ (1950) wordt de duivel door madam Pheip uitgescholden voor bokkenbaard en pachakroet.