paardenvlees
in: paardenvlees gegapt hebben, druk, onrustig worden: In koortsachtige gejaagdheid had hij den dag doorleefd, zenuwachtig loopend van de eene kamer in de andere ... dat Dikke Mie en de meiden over zijn ongewone rusteloosheid verbaasd, hem vroegen ‘waar oftie paardevleesch had gegapt’, STOKVIS1 81.