paaibrief
(18e eeuw) (Zaanstreek) loonbriefje. • Bij olieslagers. In de uitdr. de paai uitrekenen, de veertiendaagsche rekeníng aan het verschuldigde arbeidsloon opmaken. Vgl. Paaibrief. — Paai is betaling, de som die men uitbetaalt, en komt in dezen zin in oudere stukken voor. (G.J. Boekenoogen: De Zaanschevolkstaal. 1897)