Wat is de betekenis van overzien?

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

overzien

overzien - onregelmatig werkwoord uitspraak: o-ver-zien 1. het geheel duidelijk kunnen zien ♢ meneer Aafting overziet zijn financiën goed 2. begrijpen wat het betekent ♢ Ko overziet de gevolgen...

2024-04-20
Germanismen in het Nederlands

Dr. S. Theissen (1978)

Overzien

Tot aan het begin van de jaren '70 werd overzien (onscheidbaar) in de zin van ‘over het hoofd zien’ soms als een germanisme (D. ‘übersehen’) beschouwd. De Nederlandse betekenis zou alleen zijn: ‘een overzicht hebben’ (‘een onderwijzer moet zijn klasse overzien'). Nochtans vermeldt het WNT ree...

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Overzien

v., oersjen, -eagje; niet te —, net oer to sjen.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Overzien

I. (zag over, heeft overgezien), 1. om of over iets heen zien, naar de overzijde zien: de buren kunnen niet overzien; 2. met het oog doorlopen, nakijken : zie het nog eens goed over; II. (overzag, heeft overzien), 1. in zijn geheel, over de gehele oppervlakte of uitgestrektheid bezien: een zaal, een meer overzien; een l...

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

overzien

1 zagover, h. overgezien (vluchtig nazien of overlezen, terloops doorzien): zijn les eens overzien; 2 overzag', h. overzien' (1 in zijn geheel zien, een overzicht hebben van; 2 het einde van iets zien; 3 nagaan, berekenen): 1 van die hoogte kan men het slagveld overzien; 2 die korenvelden zijn niet te overzien; 3 de gevolgen zijn niet t...

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

overzien

I. ('o:vər) (zag over, heeft overgezien) 1. vlug nazien, verbeteren : een rekening, een huiswerk -. 2.overlezen om van buiten te Ieren : zijn les -. II.(i'zi:n) (overzag, heeft overzien) 1. in zijn geheel zien : van die hoogte kun je het slagveld; met een oogopslag iets -. 2. nagaan, berekenen : de gevolgen zijn niet te -.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

overzien

(overzag, heeft overzien), 1. in zijn geheel, over de gehele oppervlakte of uitgestrektheid bezien: met één oogopslag alles overzien; in zijn volle omvang zien en bepalen: de kosten zijn niet te overzien; 2.nagaan, berekenen: de gevolgen zijn niet te overzien.

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)